DISC quiz
Tijdens de opleiding hanteren we het DISC model. En we veronderstellen dat je de basis daarvan onder de knie hebt. Om jouw kennis te testen vind je hieronder 12 vragen.
Noteer even op een blaadje papier wat jij denkt dat de juiste antwoorden zijn.
1. Als je iets wil verkopen aan een "hoge C", wat doe je dan best?
A. Kort de belangrijkste redenen vertellen.
B. De focus leggen op de betrouwbaarheid van het product.
C. Zorgen voor een aimabele atmosfeer om hem beter te leren kennen.
D. De gedetailleerde en objectieve cijfers laten zien.
2. Wat is de beste aanpak om personen met een "hoge D" erkenning te geven?
A. Ze meer ruimte en autonomie te geven.
B. Regelmatig samen te zitten en ze te verzekeren dat ze jouw verwachtingen invullen.
C. Ze complimenten te geven over hun goede prestaties en expertise.
D. Door ze een platform te geven waar ze kunnen netwerken.
3. Hoe manage je een "hoge S"?
A. Geef ze nieuwe uitdagingen die het verschil kunnen maken.
B. Laat merken dat je hun ideeën gehoord hebt.
C. Geef duidelijke richtlijnen en tijd om de taken af te werken.
D. Geef duidelijk instructies i.v.m. aanpak en structuur.
4. De focus van een "hoge I" is?
A. nauwkeurigheid
B. onafhankelijkheid
C. populariteit
D. goed liggen in de groep
5. Wat motiveert een "hoge D"?
A. samenwerking met anderen
B. goede relaties
C. de kwaliteit van het afgeleverde werk
D. winnen
6. Een "hoge S" heeft nood aan mensen rond zich die:
A. onpopulaire beslissingen durven nemen.
B. zich volledig kunnen concentreren op een taak.
C. een afweging kunnen maak van de voor- en nadelen.
D. kunnen helpen bij het bepalen van de prioriteiten.
7. Als je een conflict met een "hoge S" hebt, waar moet je dan op letten?
A. Kies voor een diplomatische en geduldige aanpak.
B. Focus op de feiten, en vermijdt gevoelige thema's.
C. Zorg dat je niet ongeduldig overkomt of emotioneel reageert.
D. Geef ze de tijd om zelf hun mening te uit en let erop dat het niet escaleert.
8. Wat stelt een "hoge I" op prijs?
A. kwaliteit
B. concrete resultaten
C. een eigen mening mogen hebben
D. betrouwbaarheid
9. Wat is een valkuil voor een "hoge I"?
A. impulsief te reageren
B. te kritisch te zijn
C. geen beslissing kunnen nemen
D. zich niet bekommeren om anderen
10. Wat vreest een "hoge D"?
A. fouten te maken
B. anderen te beledigen of te affronteren
C. genegeerd te worden
D. gebruikt te worden
11. Wat is een kenmerk van een "hoge C"?
A. zelfzeker
B. diplomatisch
C. beminnelijk
D. spraakzaam
12. Wat is belangrijk voor een "hoge C"?
A. zorgen voor nauwkeurigheid
B. mensen ondersteunen
C. actie ondernemen
D. de uitdaging aan te gaan
Ben je benieuwd hoe je het er vanaf hebt gebracht in deze quiz? Je vindt de antwoorden op deze pagina.